Tip 10: Zelfstandig tot zit komen

Wij zijn bij Kinderdagverblijf Evy geïnspireerd door de pedagogische visie van Emmi Pikler. Een van de belangrijke thema’s uit haar werk is de vrije bewegingsontwikkeling. Deze keer deel ik graag wat tips hoe je je baby kunt ondersteunen om zelfstandig tot zit te komen.

  1. Zorg voor een veilige speelplek met een stevige platte ondergrond waar je baby zich zo vrij mogelijk kan bewegen en leg je baby op zijn rug neer.
  2. Biedt je baby zoveel mogelijk vloertijd aan, natuurlijk als de baby uitgeslapen is en geen honger heeft of last van andere dingen.
  3. Gebruik geen zithulpjes waar je kind een lange tijd vast in zit, deze lijken handig maar deze doen niets voor het brein en kunnen ertoe leiden dat de baby gaat compenseren door zijn bekken vast te zetten, wat de motorische ontwikkeling kan vertragen.
  4. Hou het spel van je baby zo lang mogelijk laag op de grond. Leg speeltjes naast je baby neer op de grond en gebruik geen speelgoed boven het hoofd. Laat de baby steeds opnieuw oefenen met alle bewegingen. Baby’s die gaan zitten, willen daarna niet meer zo graag platliggen en rollen.
  5. Richt je op het proces van het gaan zitten en niet op het resultaat (het echt zitten zelf dus) want alle bewegingen ook wel de overgangsbewegingen genoemd die voor het echte zitten komen zijn enorm belangrijk voor de motorische ontwikkeling. Dus laat je baby deze keer op keer weer oefenen!

Tip 9: Spel en speelgoed voor baby’s

Spelen en bewegen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Als een baby 2-3 maanden is begint het met het ontdekken van de handen. De baby begint naar zijn handen te kijken en gaat ermee spelen. Dan is het tijd voor het eerste speeltje.

Bij Evy leggen wij de baby op zijn rug op een stevige ondergrond (grondbox) en zetten een boerenzakdoek in een punt naast de baby (zie bijlage!). Als hij dit goed kan grijpen en loslaten, bieden wij ook andere voorwerpen aan die makkelijk te pakken zijn zoals een plastic draadbal of een diertje van stof. En later ook plattere voorwerpen en wat zwaardere voorwerpen van bijvoorbeeld hout. Wij leggen de speeltjes op armafstand zodat de baby een beetje moet reiken om erbij te kunnen. Wij leggen ongeveer zoveel speeltjes neer als dat de baby in maanden oud is (rond zijn hoofd). Op deze manier dagen wij de ontwikkeling van de baby spelenderwijs uit.

Wat oudere baby’s gaan steeds meer bewegen en dit kan het kind ook heel goed zelf, daar hoeven wij hem niet bij te helpen. Wij zorgen alleen voor de juiste omstandigheden zoals een uitdagende omgeving en makkelijk zittende kleding. Deze periode is één en al herhaling en “gymnastiek” oefeningen. Wij geven een kind de ruimte om zich in zijn/haar eigen tempo te ontwikkelen. Wij leren een kind niks aan en brengen hem niet in een positie waar hij uit zichzelf niet in of uit kan komen.

Wij gebruiken geen mobile en/of babygyms. Deze hebben vaak veel kleuren en geluiden dit trekt daarom constant de aandacht van de baby (het lijkt daarom vaak dat de baby het reuze interessant vindt), maar de baby kan zich hier nog moeilijk van afsluiten en het kan daarom overprikkelend werken. Dit stimuleert de baby verder ook totaal niet om zelf te gaan bewegen en dus ontwikkelen. Daarnaast kan de baby het speelgoed wat boven hem hangt niet echt vastpakken en bijvoorbeeld verder ontdekken door het in zijn mond te stoppen.

In het kort:

  • Leg de baby altijd op zijn rug dit is altijd de uitgangspositie (ook als de baby al kan rollen, dan oefenen ze deze draai keer op keer).
  • Leg zoveel speeltjes als de baby oud is in maanden rond het hoofd neer.
  • Zorg voor goed zittende kleding, waarin de baby makkelijk kan bewegen (niet te klein/strak of met vervelende knopen, harde stof etc.).
  • Zorg dat je baby genoeg bewegingsvrijheid heeft om zich makkelijk te kunnen bewegen.
  • Zorg voor een stevige ondergrond, zodat je baby goed zijn hoofd kan bewegen, armen bewegen en oefenen met rollen en draaien (op te zachte kussens, dekens of vast in wippers en andere stoeltjes kan het kind niet vrij bewegen).
  • Zet je baby nooit in een positie waar het zelf niet in of uit kan komen.